Wij, en derde partijen, maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website goed functioneert, om jouw voorkeuren op te slaan, om inzicht te verkrijgen in bezoekersgedrag, maar ook voor marketing en social media doeleinden (laten zien van gepersonaliseerde advertenties). Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. In onze Cookieverklaring kun je meer lezen over de cookies die wij gebruiken en kun je jouw voorkeuren opslaan of wijzigen. Door ‘Weigeren’ te klikken ga je alleen akkoord met het gebruik van functionele cookies.
Ingrijpende jeugdervaringen, ook wel Adverse Childhood Experiences (ACEs), worden in verband gebracht met negatieve uitkomsten op vrijwel alle domeinen van het leven. Zo ook het ouderschap: ouders met ACEs blijken een verhoogde kans te hebben op het ontwikkelden van psychische klachten, opvoedstress, negatief opvoedgedrag, problemen in de ouder-kindrelatie en zelfs op kindermishandeling. Dit laatste duidt op een intergenerationele overdracht van trauma en kwetsbaarheid. Maar waarom leiden ACEs bij sommige ouders wél tot problemen in de opvoeding, en bij een anderen niet? Hier is nog weinig over bekend.
Het huidige project heeft als doel om deze kennislacune te verkleinen. Ten eerste onderzoeken we welke mechanismen (o.a. emotieregulatie en emotioneel geheugen) en beschermende factoren een rol spelen in de vertaling van ouderlijke ACEs naar opvoedgedrag. Hierbij zullen we gebruik maken van (studie 1) meta-analytisch literatuuronderzoek om te bekijken wat bekend is over belangrijke factoren die de relatie tussen ACE en ouderschap kunnen verklaren; en (studie 2) kwantitatieve analyse technieken binnen een cross-sectioneel design om belangrijke mechanismen en factoren bij ouders met ACE’s verder te onderzoeken. Ten tweede richten we ons op de vraag of de intergenerationele overdracht van ACEs kan worden voorkomen of verzwakt door middel van een gerichte interventie. Doormiddel van een Multiple Single-Case Design (MSCED) onderzoeken we het effect van een ACE-interventiemodule, gekoppeld aan een bestaande opvoedinterventie, op opvoedproblemen en het mentale welzijn van ouders .
Het project wordt begeleid door co-promotoren Dr. Jeanne Gubbels en Dr. Daniëlle van der Giessen, en promotoren Dr. Machteld Hoeve en Prof. Dr. Bram Orobio de Castro.
Ingrijpende jeugdervaringen, ook wel Adverse Childhood Experiences (ACEs), worden in verband gebracht met negatieve uitkomsten op vrijwel alle domeinen van het leven. Zo ook het ouderschap: ouders met ACEs blijken een verhoogde kans te hebben op het ontwikkelden van psychische klachten, opvoedstress, negatief opvoedgedrag, problemen in de ouder-kindrelatie en zelfs op kindermishandeling. Dit laatste duidt op een intergenerationele overdracht van trauma en kwetsbaarheid. Maar waarom leiden ACEs bij sommige ouders wél tot problemen in de opvoeding, en bij een anderen niet? Hier is nog weinig over bekend.
Het huidige project heeft als doel om deze kennislacune te verkleinen. Ten eerste onderzoeken we welke mechanismen (o.a. emotieregulatie en emotioneel geheugen) en beschermende factoren een rol spelen in de vertaling van ouderlijke ACEs naar opvoedgedrag. Hierbij zullen we gebruik maken van (studie 1) meta-analytisch literatuuronderzoek om te bekijken wat bekend is over belangrijke factoren die de relatie tussen ACE en ouderschap kunnen verklaren; en (studie 2) kwantitatieve analyse technieken binnen een cross-sectioneel design om belangrijke mechanismen en factoren bij ouders met ACE’s verder te onderzoeken. Ten tweede richten we ons op de vraag of de intergenerationele overdracht van ACEs kan worden voorkomen of verzwakt door middel van een gerichte interventie. Doormiddel van een Multiple Single-Case Design (MSCED) onderzoeken we het effect van een ACE-interventiemodule, gekoppeld aan een bestaande opvoedinterventie, op opvoedproblemen en het mentale welzijn van ouders .
Het project wordt begeleid door co-promotoren Dr. Jeanne Gubbels en Dr. Daniëlle van der Giessen, en promotoren Dr. Machteld Hoeve en Prof. Dr. Bram Orobio de Castro.
Je komt te werken in een enthousiast en warm team van onderzoekers, waar een open en ontspannen sfeer heerst. Het kernteam zal bestaan uit dr. Jeanne Gubbels, dr. Daniëlle van der Giessen, dr. Machteld Hoeve en prof. dr. Bram Orobio de Castro. Daarnaast zullen mogelijk samenwerkingen met andere experts opgezet worden. Jeanne Gubbels en Machteld Hoeve zijn werkzaam binnen de programmagroep Forensische Orthopedagogiek en Daniëlle van der Giessen en Bram Orobio de Castro binnen de programmagroep Ontwikkelings- en Opvoedingsproblemen. Dit maakt het mogelijk om aan te sluiten bij onderzoek gerelateerde activiteiten binnen beide groepen.
Je komt te werken in een enthousiast en warm team van onderzoekers, waar een open en ontspannen sfeer heerst. Het kernteam zal bestaan uit dr. Jeanne Gubbels, dr. Daniëlle van der Giessen, dr. Machteld Hoeve en prof. dr. Bram Orobio de Castro. Daarnaast zullen mogelijk samenwerkingen met andere experts opgezet worden. Jeanne Gubbels en Machteld Hoeve zijn werkzaam binnen de programmagroep Forensische Orthopedagogiek en Daniëlle van der Giessen en Bram Orobio de Castro binnen de programmagroep Ontwikkelings- en Opvoedingsproblemen. Dit maakt het mogelijk om aan te sluiten bij onderzoek gerelateerde activiteiten binnen beide groepen.
Herken jij je in het profiel en ben je geïnteresseerd in de functie? Dan zien we jouw motivatiebrief en cv graag tegemoet. Je kunt reageren tot en met 27 oktober 2025. De gesprekken vinden plaats op dinsdag 11 of donderdag 13 november. Een eventuele 2e sollicitatieronde vindt plaats op maandag 25 november. De startdatum van het project is 1 januari 2026
Voor vragen over de functie kun je contact opnemen met Jeanne Gubbels ([email protected])
Herken jij je in het profiel en ben je geïnteresseerd in de functie? Dan zien we jouw motivatiebrief en cv graag tegemoet. Je kunt reageren tot en met 27 oktober 2025. De gesprekken vinden plaats op dinsdag 11 of donderdag 13 november. Een eventuele 2e sollicitatieronde vindt plaats op maandag 25 november. De startdatum van het project is 1 januari 2026
Voor vragen over de functie kun je contact opnemen met Jeanne Gubbels ([email protected])